Onlangs tipte iemand me dit geweldige, al wat oudere plaatje voor rouw (Tonkin’s Grief model 1996).
We praten doorgaans over verdriet om een groot verlies alsof het iets is wat op den duur wel zal slijten, alsof het iets is wat met de jaren vanzelf ‘kleiner’ wordt. De tijd heelt alle wonden, zeggen we dan bijvoorbeeld. Bedoeld als troost en hoop, maar het kan soms averechts werken. Want wie rouwt om een dierbare wil helemaal niet dat ‘het’ kleiner wordt. Dat voelt bijna als een soort ontrouw naar die geliefde verloren ander.
Wie rouwt wil eigenlijk alleen maar gehoord en gezien worden in het verdriet. Zo vaak en zo lang als nodig, omdat vooral dát ruimte schenkt.
En precies dát laat dit beeld met de flesjes zo goed zien. Daarin schenkt het hoop en vertrouwen. Het is hoe ik het zelf ervaar, en het is ook wat ik telkens weer bij andere rouwenden waarneem. Hoe niet zozeer de wond, het gemis of het verdriet om het verlies kleiner wordt, maar hoe de rouwende er in een eigen tempo, op een eigen manier omheen groeit. Ruimer wordt, waardoor het verlies met de tijd wat beter te hanteren wordt.